Deze wet bepaalt dat de ene echtgenoot recht heeft op 50% van het door de andere echtgenoot tijdens huwelijk opgebouwd ouderdomspensioen. Echtgenoten kunnen er voor kiezen een ander percentage af te spreken, hiervan af te zien danwel (met toestemming van het pensioenfonds) te kiezen voor een eigen recht (onafhankelijk van hoelang de ex-partner die pensioen heeft opgebouwd leeft, de zgn. conversie).