Uitgangspunt is dat de hoogte van een vastgesteld alimentatiebedrag kan worden gewijzigd als de omstandigheden die relevant zijn voor de berekening wijzigen, bijvoorbeeld doordat er een loonsverhoging is of werkloosheid. Bij partneralimentatie is het (volgens de wet) mogelijk af te spreken dat een tussen partijen overeen gekomen bedrag aan alimentatie niet kan worden gewijzigd (noch omhoog, noch omlaag) als er zich een wijziging van omstandigheden voordoet. Dit is het zgn. niet-wijzigingsbeding. Alleen in zeer uitzonderlijke omstandigheden gaat een rechter voorbij aan dit beding.
Is een niet-wijzigingsbeding ook ten aanzien van kinderalimentatie rechtsgeldig?
Daarover bestond in de jurisprudentie en literatuur verschil van mening. Op 1 november 2019 heeft de Hoge Raad nu duidelijk gemaakt hoe moet worden omgegaan met een niet-wijzigingsbeding voor kinderalimentatie. Allereerst moet worden vastgesteld wat het niet-wijzigingsbeding inhoudt. Als het beding inhoudt dat de kinderalimentatie niet kan worden verhoogd, ook al krijgt de alimentatie betalende ouder meer draagkracht of gaat het kind meer kosten dan is het beding niet geldig. De bepaling in de wet dat een ouder naar draagkracht moet bijdragen in de kosten van minderjarige kinderen is van dwingend recht en een niet wijzigingsbeding zou hiermee in strijd zijn als er wel meer draagkracht is ontstaan. Als het beding inhoudt dat, wanneer de draagkracht van de alimentatie betalende ouder lager wordt (bijvoorbeeld door werkloosheid), de kinderalimentatie niet kan worden verlaagd, dan is een dergelijk beding in principe wel geldig. Uitzondering is als de alimentatie betalende ouder (inmiddels) ook voor andere minderjarige kinderen onderhoudsplichtig is.
Kunnen er – net als bij partneralimentatie – omstandigheden zijn waarin toch aan het op zich geldig beding voorbij wordt gegaan
De Hoge Raad beantwoordt deze vraag bevestigend. Daarbij gelden niet dezelfde (uitzonderlijke) eisen zoals die voor een niet-wijzigingsbeding bij partneralimentatie gelden. Bij kinderalimentatie kan de rechter voorbijgaan aan een niet-wijzigingsbeding wanneer toepassing “in de gegeven omstandigheden naar maatstaven van redelijkheid en billijkheid onaanvaardbaar zou zijn.” Alle feiten en omstandigheden worden gewogen. Uit rechterlijke uitspraken zal moeten blijken wanneer aan dit criterium is voldaan als het gaat om kinderalimentatie. Indien u meer informatie hierover wenst, of indien u een wijziging van kinderalimentatie overweegt, dan kunt u contact opnemen met mw. mr. M.H. van den Berg via 030 69 250 14.